Welke leningen bestaan er allemaal?

Geld lenen kost ook geld. Maar hoeveel geld, dat hangt af van de soort lening die je afsluit. Het ene krediet is ook al geschikter dan het andere om bijvoorbeeld je huis mee te renoveren of een warmtepomp te installeren. We zetten de verschillende soorten hieronder eens netjes op een rij.

De standaardlening om een huis mee te kopen. Wat ze zo uniek maakt, is dat het pand waar je gaat wonen tegelijk de waarborg is voor de bank. Ze nemen er een hypotheek op. Dat wil zeggen: als jij de maandelijkse afbetalingen niet meer kan aflossen, dan hebben zij het recht om je huis te verkopen en op die manier hun geld terug te krijgen. Er zijn veel soorten hypothecaire leningen met allemaal andere voorwaarden — zoveel zelfs dat we er bij hypotheek.winkel ons beroep van gemaakt hebben om de beste voor jou te vinden.

Synoniemen: de lening op afbetaling, de persoonlijke lening. Hiermee kan je voor zowat alles lenen, van een auto tot een trouwfeest of een wereldreis. Ook hier betaal je meestal per maand een stuk terug. De waarborg voor de bank als het misloopt? Niet je huis, maar je loon. De maximale looptijd hangt af van het bedrag, maar het zal niet zo lang zijn als bij een hypothecair krediet.

De rente ligt ook hoger en kan zelfs oplopen tot 20%. Er bestaan wel specifieke consumentenkredieten met een onroerend doel zoals de renovatielening en het energiekrediet, en die zijn een stuk goedkoper (rond de 5%). Trouwens, als je een wasmachine koopt in een warenhuis en die in schijven mag terugbetalen, dan is dat ook een consumentenkrediet. Dat heet een verkoop op afbetaling — wat nog iets duurder zal uitvallen dan andere consumentenkredieten.

Een Visakaart of een Mastercard, is dat een lening? Jazeker, het zit zelfs in het woord. Krediet betekent lening. De limieten voor wat je kan uitgeven met zo een kaart lopen nogal uiteen, maar het is altijd in afspraak met de bank. Er bestaan twee soorten van kredietkaart. Bij de eerste, de kaart zonder kredietlijn, gaat het bedrag dat je hebt uitgegeven op een vaste dag integraal van je persoonlijke rekening. Je moet dus goed in de gaten houden dat daar genoeg geld op staat.

Een tweede type is de kredietkaart met kredietlijn, of een revolving krediet. In de USA en de UK is dat heel courant, bij ons (gelukkig) iets minder. Het werkt zo: je leent tot een bepaald bedrag en betaalt, zoals bij een gewone kredietkaart, elke maand iets terug. Alleen moet je telkens maar een stuk van het bedrag betalen. Klinkt makkelijk en mooi, maar weet wel dat je op de openstaande som wel een hoge intrest betaalt — gemakkelijk 10% en meer. Gevaarlijk beestje.

Ook in het rood gaan is een vorm van lenen, je hebt namelijk geld uitgegeven dat niet van jou is. Hoe dan ook betaal je daar dan een percent op, en dat zal hoog liggen. Of je onder nul kan gaan of niet hangt af van wat je met de bank afgesproken hebt. Tussen haakjes: de beste manier om je tegen onverantwoorde uitgaven (of gewoon verstrooidheid) te beschermen is een rekening te kiezen die blijft steken op de nul.

De oudste en simpelste vorm van lenen, dat is lenen bij familie of vrienden. Het voordeel is duidelijk: hier kost geld lenen meestal geen geld. Het nadeel zit aan de kant van de kredietgever. Als er iets foutloopt, dan kan het knap lastig zijn om dat geld terug te zien. Om dat te vermijden, kan je wel een en ander op papier zetten: het doel van de lening, de looptijd, de eventuele intrestvoet (ja, dat kan) en natuurlijk twee handtekeningen. Klinkt allemaal heel formeel, maar het is een kwestie van kerstmis gezellig te houden.

Wie serieus wil verbouwen, zal meestal gaan voor een hypothecaire lening of een consumentenkrediet. Maar laat dat nu net de twee leningen zijn waar het meeste verschillende soorten van bestaan… Wij kennen ze, en diepen ze graag verder uit.